.jpg)
07/07/2025
AEIP Newsletter July
Please find the newest newsletter from the European Association of Paritarian Institutions.
Please find the newest newsletter from the European Association of Paritarian Institutions.
Begin deze week bereikte de federale regering een politiek akkoord over de invoering van een meerwaardebelasting op financiële activa. Deze maatregel treedt in werking vanaf 1 januari 2026. Naar aanleiding hiervan kregen wij de vraag of deze belasting van toepassing is op (1) pensioenfondsen (OFP’s) als instelling, en (2) de aangeslotenen van die pensioenfondsen. Graag geven wij hieronder toelichting op basis van de huidige stand van zaken.
Zijn pensioenfondsen (OFP’s) onderworpen aan de meerwaardebelasting?
Neen.
De nieuwe belasting op meerwaarden is van toepassing op natuurlijke personen (personenbelasting) en bepaalde rechtspersonen (rechtspersonenbelasting). De meerwaardebelasting speelt daarentegen niet in de vennootschapsbelasting, noch in de Belasting Niet-Inwoners.
Organismen voor de Financiering van Pensioenen (OFP’s) vallen onder het regime van de vennootschapsbelasting (VEN.B). Omdat vennootschappen die onder VEN.B vallen expliciet zijn uitgesloten uit het toepassingsgebied, zijn OFP’s niet onderworpen aan de nieuwe belasting. De investeringen van OFP’s vallen dus niet in de scope van de meerwaardebelasting.
Zijn de aangeslotenen persoonlijk onderworpen?
Ook hier is het antwoord: neen.
Hoewel natuurlijke personen op zich wel binnen het toepassingsgebied van de belasting vallen, voorziet het ontwerp in een aantal uitdrukkelijke vrijstellingen, waaronder voor pensioensparen (derde pijler), en aanvullende pensioenregelingen (tweede pijler).
In de voorbereidende teksten wordt meer bepaald verwezen naar de artikelen 145/1, §1, 1°, 1°bis, 2°, 4° en 5° van het WIB 92, waarin de fiscale stimulansen voor pensioenopbouw zijn vastgelegd. Het doel van de wetgever is duidelijk: de opbouw van een aanvullend pensioen aanmoedigen, niet bestraffen.
Aanspraken opgebouwd via pensioenfondsen in het kader van de tweede pijler blijven dus vrijgesteld van de nieuwe meerwaardebelasting.
Wat betekent dit concreet?
Pensioenfondsen blijven hun activa beheren binnen de huidige fiscale context.Aangeslotenen hoeven zich geen zorgen te maken over een extra belasting op hun opgebouwde rechten.Enkel meerwaarden op privébeleggingen buiten de tweede en derde pijler kunnen onderworpen zijn.Wat volgt?
De wetgeving is nog niet definitief goedgekeurd, maar het politieke akkoord is een belangrijke stap. PensioPlus volgt het dossier van nabij op, in overleg met haar partners en de betrokken kabinetten. We houden jullie op de hoogte van verdere ontwikkelingen zodra de wettekst definitief is gepubliceerd.
Heb je bijkomende vragen of wens je een individuele toelichting, aarzel dan niet om ons te contacteren.
Het PensioPlus team
De recent goedgekeurde One Big Beautiful Bill Act” (OBBBA) bevatte aanvankelijk een controversiële bepaling (sectie 899/70361) die buitenlandse regeringen wilde ontmoedigen om zogenaamd “discriminerende”[1] belastingen op Amerikaanse multinationals in te voeren.
Indien deze bepaling van kracht was geworden, had dit ernstige gevolgen kunnen hebben voor Europese pensioenfondsen. De voorgestelde maatregel voorzag in een bronbelasting tot 45 à 50% op bepaalde inkomsten, waarbij het bovendien onzeker was of bestaande dubbelbelastingverdragen voldoende bescherming zouden bieden.
Dankzij gezamenlijke inspanningen van Europese en internationale pensioenkoepels — waaronder PensionsEurope, AEIP en de World Pension Alliance[2] — werd een formeel schrijven gericht aan de US Senaatscommissie voor Financiën. Daarin werd met klem gevraagd om gereguleerde buitenlandse pensioeninstellingen expliciet uit te sluiten van deze maatregel.
Een belangrijke doorbraak volgde op 26 juni, toen de G7-landen een akkoord bereikten over internationale belastingregels die Amerikaanse bedrijven zouden vrijstellen van de OESO Pijler 2-heffingen. Dit leidde ertoe dat de omstreden sectie uiteindelijk werd geschrapt uit de OBBBA.
De wet werd intussen goedgekeurd door zowel de Amerikaanse Senaat als het Huis van Afgevaardigden, zonder de nadelige bepaling voor onze sector.
Eind goed, al goed.
[1] Onder de discriminerende belastingen verstaat men:
i) de DST - Digital Services Tax - een belasting op inkomsten uit digitale diensten die bedrijven genereren in een land, ook al zijn ze daar niet fysiek gevestigd. Grote techbedrijven zoals Google, Facebook en Amazon genereren enorme winsten in landen zonder daar belasting te betalen. DST probeert dat te corrigeren.
ii) de DPT – Diverted Profits Tax - Een belasting die wordt geheven wanneer een bedrijf winsten "omleidt" naar een ander land met lagere belastingen, zonder echte economische activiteit daar.
iii) de UTPR – Under-Taxed Profits Rule (Pijler Twee van het OESO/G20 BEPS-project) - Een onderdeel van het Pillar Two-raamwerk van de OESO, dat een minimumbelasting van 15% op wereldwijde winsten van multinationals wil afdwingen. Als een dochteronderneming in een land minder dan 15% belasting betaalt, mogen andere landen een top-up tax heffen op die onderbelaste winst.
[2] WPA – World Pension Alliance - een alliantie tussen 37 pensioenfondslanden wereldwijd waaronder ook de Canadese, de Australische pensioenfondssector
Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden. Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op
Meer informatie