Wat betekent het zomerakkoord voor de tweede pijler?
Op de valreep bereikte de federale regering eergisteren in het kader van haar zomerakkoord een consensus over een reeks hervormingsmaatregelen, waaronder ook ingrepen op het vlak van de pensioenen. Zo werd o.m. beslist om een pensioenmalus in te voeren voor wie vóór de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat. Voor de tweede pensioenpijler bevat het akkoord voorlopig weinig nieuws, al werd ons bevestigd dat de hervorming van de solidariteitsbijdrage verder wordt voorbereid. Hoog tijd dus voor een stand van zaken met betrekking tot de tweede pensioenpijler.
De maatregelen in het kader van de pensioenhervorming zitten vervat in 2 aparte wetgevende stukken: de ontwerpprogrammawet enerzijds (zie infoflash 30/05) en de ontwerpwet diverse bepalingen anderzijds (zie infoflash 11/07).
Ondertussen werd de programmawet (op 17 juli) goedgekeurd in de Kamer (link), en zal deze binnen afzienbare tijd worden gepubliceerd in het Staatsblad. Deze wet bevat voornamelijk maatregelen met betrekking tot het wettelijk pensioenstelsel, maar heeft ook enkele indirecte implicaties voor de aanvullende pensioenen. Zo wordt het Wijninckx-plafond vanaf 1 juli 2025 bevroren op het bedrag van 99.499,24 euro per jaar tot eind 2029, en zullen bij de berekening van dit plafond voortaan ook buitenlandse en internationale pensioenen mee in rekening worden genomen. Daarnaast wordt de responsabiliseringsbijdrage voor lokale besturen aangepast: de federale overheid neemt vanaf bijdragejaar 2024 een deel van de kortingen voor haar rekening.
Een tweede reeks hervormingsmaatregelen zit vervat in de ontwerpwet houdende diverse bepalingen. Deze tekst moet nog de volledige parlementaire behandeling doorlopen. De verdere besprekingen zullen pas kunnen starten in september waardoor de plenaire stemming ten vroegste in november wordt verwacht.
Dit heeft een belangrijk gevolg voor de aangekondigde hervorming van de solidariteitsbijdrage, met name de vereenvoudiging van de inhoudingsregels door de invoering van een vlak tarief van 2% op alle pensioenkapitalen (ongeacht de hoogte ervan). Oorspronkelijk was het de bedoeling om deze nieuwe regel ingang te doen vinden vanaf 1 oktober as. Gezien de opgelopen vertraging in het wetgevend proces, is deze datum evenwel niet langer haalbaar.
Pensioenfondsen die momenteel afrekeningen voorbereiden voor uitkeringen na deze datum, dienen er bijgevolg rekening mee te houden dat de bestaande inhoudingsregels tot nader order van kracht blijven.
PensioPlus blijft dit dossier uiteraard verder opvolgen en zal u onmiddellijk informeren zodra er een duidelijk zicht komt op de inwerkingtreding van deze en andere pensioenmaatregelen. In afwachting daarvan adviseren wij om in uw communicatie naar de aangeslotenen (pensioenafrekeningen) geen aanpassingen aan de inhoudingen te doen, en de bestaande regelgeving te blijven hanteren.
Het PensioPlus team