Hervormingen solidariteitsbijdrage ingediend in de Kamer

02/10/2025

Zoals u in onze eerdere berichtgeving kon lezen, ontwikkelt de federale pensioenhervorming zich in verschillende fasen. Na de programmawet van 18 juli 2025 (infoflash van 30 mei), die op 29 juli in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd (infoflash van 1 augustus), en het wetsontwerp diverse bepalingen dat momenteel in behandeling is bij de Kamer (infoflash van 11 juli), volgt later nog het wetsontwerp zomerakkoord. Op 22 september heeft de regering thans het langverwachte amendement op het wetsontwerp diverse bepalingen ingediend dat de regeling van de solidariteitsbijdrage op aanvullende pensioenen hervormt.

De hervorming bevat twee belangrijke pijlers. Een eerste maatregel voorziet in een vereenvoudiging van de bestaande bronheffing. Tot nu toe wordt op de uitbetaalde kapitalen een solidariteitsbijdrage van 0, 1 of 2 procent ingehouden, afhankelijk van het type van uitkering, het bedrag en berekend per pensioeninstelling. Deze werkwijze leidde soms tot ongelijke behandeling en in bepaalde gevallen tot een te lage inhouding. Voortaan zal bij elke uitbetaling van een aanvullend pensioenkapitaal steeds uniform 2 procent worden ingehouden, ongeacht het bedrag of de verdeling over verschillende pensioeninstellingen. Indien daarbij te veel wordt ingehouden, dan zal de Federale Pensioendienst het overschot terugbetalen. De gewone solidariteitsbijdrage is immers slechts een voorheffing is op de definitieve berekening die gebeurt op basis van de som van het wettelijk en het aanvullend pensioen.

Het amendement bepaalt dat deze maatregel in werking zal treden op 1 januari 2026. Het nieuwe, uniforme percentage zal bijgevolg moeten ingehouden worden op alle betalingen die vanaf die datum verschuldigd zijn.

Het dient benadrukt dat de wetgever hier bewust spreekt over de verschuldigdheidsdatum, en niet van de uitbetalingsdatum. Stel bijvoorbeeld dat iemand op 1 december 2025 met pensioen gaat, maar dat de uitbetaling van het pensioenkapitaal pas gebeurt na 1 januari 2026. In dit geval zullen toch de “oude” regels nog van toepassing zijn, ook al gebeurt de uitbetaling na de 1ste januari. De keuze om de uniforme solidariteitsbijdrage van 2% te laten gelden vanaf het moment dat het kapitaal verschuldigd is – en niet vanaf de datum van de effectieve uitbetaling – maakt de toepassing voor pensioeninstellingen administratief eenvoudiger. Op die manier moeten (in voorkomend geval) reeds opgestarte processen niet worden gecorrigeerd, wat tijdswinst oplevert en onnodige verwarring bij aangeslotenen voorkomt.

Een tweede belangrijke wijziging betreft de invoering van een nieuwe (bijkomende) solidariteitsbijdrage voor hogere pensioenkapitalen. Voor het gedeelte van de aanvullende pensioenen dat de grens van 150.000 euro (geïndexeerd) overstijgt, zal vanaf 1 juli 2027 een bijkomende inhouding van 2 procent verschuldigd zijn. Sigedis krijgt de opdracht om het totaal van alle aanvullende pensioenen van de aangeslotene te berekenen, na te gaan of de drempel wordt overschreden en vervolgens de proportionele inhouding vast te leggen. Uit deze berekening volgt een percentage (tussen 2% en 4%) dat Sigedis meedeelt aan de betrokken pensioeninstellingen, die de inhouding dan toepassen bij de uitbetaling. Kapitalen die al vóór 1 januari 2026 verschuldigd waren, worden daarbij niet meegerekend.

Om mensen met een laag wettelijk pensioen te beschermen voorziet het amendement in een terugbetaling van de bijkomende inhouding voor wie na opname van alle wettelijke en aanvullende pensioenen (omgezet in een fictieve rente) minder dan 3.225,74 euro bruto per maand ontvangt als alleenstaande of 3.729,34 euro met gezinslast. De Federale Pensioendienst zorgt voor de terugbetaling en moet bij laattijdige afhandeling bovendien nalatigheidsinteresten betalen.

Voor pensioeninstellingen betekent de invoering van de bijkomende solidariteitsbijdrage vanaf medio 2027 een aanpassing van de bestaande processen. Ze zullen de van Sigedis afkomstige informatie moeten integreren in hun uitbetalingsprocedures om aldus het meegedeelde (variabele) percentage te kunnen toepassen op elke uitbetaling gedaan aan de aangeslotene in kwestie. Dit zal om bijkomende operationele afstemming vragen en nopen tot de nodige technische aanpassingen in de administratieve systemen.

PensioPlus volgt dit dossier nauwgezet op en brengt u onmiddellijk op de hoogte zodra de wet definitief is aangenomen en de concrete gevolgen voor de sector duidelijk zijn. Moest u ondertussen al vragen hebben, dan staan wij uiteraard ter uwe beschikking.

Het PensioPlus team

Deze Website maakt gebruik van cookies om u de best mogelijke ervaring te bieden. Door op « ACCEPTEREN » te klikken of door verder te gaan met het gebruik van de Website, aanvaardt u het gebruik van cookies in uw webbrowser. Voor meer informatie over ons cookiebeleid en de verschillende soorten cookies die worden gebruikt, klikt u op
Meer informatie