Aanvullende pensioenopbouw bij werknemers – Stand van zaken 2023
De recent gepubliceerde themastudie van Sigedis biedt een actueel en genuanceerd inzicht in de aanvullende pensioenopbouw bij werknemers in België. De studie, gebaseerd op gegevens uit de databank db2p, vergelijkt de situatie van 2023 met die van 2019 en toetst in welke mate de ambitie uit het regeerakkoord – een jaarlijkse werkgeversbijdrage van minstens 3% van het brutoloon voor elke werknemer – al gerealiseerd wordt.
De analyse biedt niet alleen een momentopname, maar legt ook structurele trends bloot in participatie, bijdragepercentages en verschillen naar sector, loon en type pensioenplan.
Positieve evoluties
Tussen 2019 en 2023 zijn enkele verbeteringen zichtbaar:
- De participatiegraad steeg van 64% naar 68%. Steeds meer werknemers bouwen dus aanvullend pensioen op via hun werkgever.
- De participatie van vrouwelijke werknemers verbeterde van 57% naar 62%, met ook een lichte stijging in hun mediane bijdrage.
- De gemiddelde jaarlijkse bijdrage groeide in termen van absolute bedragen van 1.699 euro naar 1.770 euro; de mediaan steeg van 552 euro naar 617 euro. Hierbij dient evenwel te worden opgemerkt dat wanneer de bijdragen uitgedrukt worden in termen van percentage van loon, de evolutie dalende is: de gemiddelde bijdrage daalt van 3,5% naar 3,2% en de mediaan zakt zelfs onder de 2%.
Deze positieve signalen onderstrepen het belang van de tweede pijler als noodzakelijke aanvulling op het wettelijk pensioen. Toch blijft de kloof met de beleidsdoelstellingen aanzienlijk.
Verdieping: structurele uitdagingen blijven bestaan
Een eerste vaststelling die zich opdringt is dat er geen vooruitgang is geboekt in het behalen van de 3%-doelstelling. Ondanks de stijgende participatie blijft het aandeel werknemers dat het vooropgestelde bijdragepercentage van 3% bereikt, onveranderd op 24%.
- In 2023 bouwde 76% van de werknemers nog geen aanvullend pensioen op dat gelijk is aan minstens 3% van het brutoloon. Dat cijfer is identiek aan 2019.
- Onder de actief aangesloten werknemers (2,7 miljoen in 2023) ligt het aandeel met onvoldoende opbouw zelfs op 66%.
- Daarnaast bouwde één op drie werknemers (1,3 miljoen mensen) in 2023 helemaal geen aanvullend pensioen op via hun werkgever.
De toegenomen deelname vertaalt zich dus onvoldoende in kwalitatieve verbetering. Veel werknemers hebben toegang tot een plan, maar bouwen slechts beperkte rechten op.
Een volgende bevinding die duidelijk naar voorkomt uit de studie is dat de bijdragekloof in absolute termen groeit.
- In 2023 bedroeg de totale jaarlijkse bijdragekloof 1,89 miljard euro, tegenover 1,56 miljard euro in 2019.
- Dat komt neer op een noodzakelijke stijging van ongeveer 40% bovenop de huidige jaarlijkse bijdragen van 4,8 miljard euro.
- Per werknemer onder de drempel van 3% bedraagt het gemiddelde tekort 614 euro.
De grootste kloof situeert zich bij werknemers zonder enige opbouw, maar ook bij werknemers met lage bijdragen via sectorplannen is het verschil substantieel.
Oproep tot gerichte versterking van de tweede pijler
De studie bevestigt dat de tweede pensioenpijler aan belang wint, maar dat de ambities nog niet worden waargemaakt. Er is nood aan een tweesporenbeleid: verder werken aan de veralgemening van deelname, én tegelijk inzetten op verdieping van de opbouw.
Het realiseren van een breedgedragen tweede pijler met voldoende bijdragen blijft cruciaal voor een adequaat pensioen voor elke werknemer. PensioPlus roept daarom sectoren, sociale partners en beleidsmakers op om werk te maken van toekomstgerichte pensioenplannen die toegang én voldoende opbouw combineren. Enkel zo kan de doelstelling van het regeerakkoord tegen 2035 effectief worden bereikt.
Voor een overzicht van de belangrijkste cijfers en evoluties verwijzen we graag naar de bijgevoegde presentatie .
het PensioPlus team